Nieuwe paden… publicatie in voorbereiding:
‘Van het Lam Gods geslagen’

Benediktinerinnenabtei St. Hildegard

Aan Sr. Rieta,

Met steeds dezelfde verbazing staar ik naar het Lam Gods, met verstomming zoals sommigen in het retabel de toeschouwer begapen, zoals u er eentje op de cover van mijn boek vindt. Ik kon het niet laten deze verbaasde kluizenaar te kopiëren omdat ik mij voel als deze Einzelgänger.

Ik heb mij toch kunnen losrukken van het retabel en tekende onze lange gesprekken in de atelierkelder van uw abdij op, zo goed en zo kwaad als ik kon, in mijn geschrift. Ik wil u langs deze email nogmaals bedanken voor de verrukkelijke uren, voor mij althans, die mij altijd zullen bijblijven. In bijlage vindt u het manuscript waarin ik ons onderhoud heb verwerkt en waaruit zal blijken dat ook ik niet onmiddellijk een engelbewaarder ben van het retabel. Dit schrijven mag echter niet het karakter hebben van een bewijs van het ene of het andere, maar mag wel een ander licht op het werk werpen. Illusie en realiteit zijn mekaars spiegelbeeld en deze wisselen wel af en toe, zelfs in alle onwetendheid. Ik begeef mij op een gevaarlijk terrein, want als u dromen en werkelijkheid niet meer kan onderscheiden, dan krijgt deze wisselwerking een andere, peoratieve naam, die ik hier niet zal noemen. Uw gastvrijheid kende geen grens en hoop dat u door deze samenwerking niet in een moeilijk parket geraakt bij uw overste.

Wellicht heeft u uit nieuwsgierigheid al op mijn naam gegoogeld, want ik ben een wildvreemde voor u, en mijn site gevonden met eerdere publicaties, maar verder op sociale media ben ik afwezig, dat zal u ook al gemerkt hebben. Facebook, Instagram en Twitter laat ik aan de liefhebbers over. Zelfs de satellieten kunnen mijn gsm niet opsporen, want zo een toestel bezit ik niet, mogelijk ben ik een beetje paranoïde en bovendien nogal gesteld op mijn privacy. Als u me sprak over uw dyslexie terwijl u over een fantastisch beeldgeheugen beschikt, dan kan ik u vertellen dat dit mij niet vreemd is, en dat het ook voor mij niet makkelijk is volzinnen te schrijven en te lezen door de vermelde stoornis. Zoals u weet vraagt het dan ook heel wat doorzetting om met letters om te gaan, als een kreupele hordeloper voel ik mij. Maar dankzij ons onderhoud vond ik de kracht om toch al onze bevindingen, zo netjes mogelijk neer te pennen.

Deze lastige visuele hindernissen nemen toe, misschien zijn het wel kleine hersenberoerten. Dat zijn dan verwarrende momenten die mij verwijderen van het gewone, zo verspringen en mengen zich de letters op papier maar ook in mijn spraak. Dan durf ik zelfs niet meer te praten omdat woorden zich vervormen in mijn mond en zich omkeren van achter naar voor. Ik hou dan de lippen stijf op mekaar tot ik denk dat de letters zich opnieuw in de juiste orde schikken en dat ik ze niet uitspreek of neerschrijf als volgt, tglov sla.

Griezelig wordt het pas wanneer ik gedeeltelijk mijn gezichtsvermogen verlies en daarom haast ik mij mijn bedenkingen over het Lam Gods neer te schrijven voordat het kwaad met zijn volle geweld toeslaat. Gelukkig las ik jaren geleden dat deze fenomenen wel meer opduiken, dat kon ik lezen in het boek ‘Hallucinations’ van Oliver Sacks. Dat luchtte mij zodanig op dat ik hem een brief hierover schreef, waarop hij prompt een antwoord gaf: ‘Thank you for writing. This sounds like a frightening incident, and I’m glad you found some reassurance and resonance in Hallucinations’.
Ik vertel dit niet om uw medelijden te wekken, maar omdat u mijn gedrevenheid bij dit schrijven beter zou begrijpen. Niemand zal onze stelling aannemen dat er een wisselwerking bestaat tussen het dertiende visioen van Hildegard van Bingen, de allereerste abdis van uw Abtei, en de figuratie in het polyptiek ‘De aanbidding van het Lam Gods’. Desalniettemin wil ik het toch wereldkundig proberen te maken en zal het deel waaraan u meewerkte in het boekvorm verschijnen, als ik uw toestemming krijg.

De marktwaarde van mij en mijn geschrift is echter zo gering dat geen enkele uitgever in dit onderzoek wil investeren. Het onderwerp is te niche, en het is geschreven door een nobele onbekende, een krantenillustrator die geen kaas heeft gegeten van kunsthistoriek. Kunstkenners zullen mijn schrijven als een vloek in de Gentse Sint-Baafskathedraal beschouwen en mijn nota’s verketteren omdat ik het wereldberoemde retabel als een samenraapsel noem van verschillende panelen die allen verkeerdelijk toegeschreven worden aan de meester Jan Van Eyck.

Misschien kan u mijn ander opzoekingswerk appreciëren rond het Lam Gods, wellicht zullen sommige stellingen u nog meer verbazen dan mijn interesse voor Hildegard. In bijlage vindt u de proef van ons relaas, meer aan het einde van het ganse boek, dat ik u zend. Als u tijd en zin heeft het te lezen, dan mag u mij uw kritieken opsturen, waar ik zeker rekening mee zal houden. In bijlage vindt u ook nog de afbeelding van de hoogdrukgravure, die ik u als dank vandaag nog op de post zal doen.

Het is een ingekleurde print naar eigen ontwerp geïnspireerd door Hildgards ‘Symphonia harmoniae caelestium revelationum’, het ‘Ordo Virtutum’, ‘Orde der deugden’. Zoals u merkt, heb ik teksten bovenaan en onderaan geschreven in Hildegards ‘Lingua Ignota’, de codetaal waarmee ze haar geschriften versluierde. Er staat een klein stukje uit de samenzang ‘Ordo Virtutum’: ‘O vivens sol, porta nos in humeris tuis’ wat zoiets betekent als, ‘levende zon, til ons op je schouders’. En dat wens ik u ook toe.

Herzliche Grüßen en een gedreven doorzetting toegewenst met al uw projecten, een pootje aan Levi, uw kloosterhond.

Dirk